In Nederland zijn er 3 lidwoorden: de, het, een.

De wordt gebruikt bij mannelijke en vrouwelijke woorden, meervoud, cijfers en letters en namen van bergen en rivieren: de man, de huizen, de negen, de Nijl. Als je een Nederlander bent, denk je er niet over na. Vooral mensen waarvan Nederlands niet hun moedertaal is moeten wennen aan het kiezen van het juiste lidwoord.

Het wordt gebruikt in alle verkleinwoorden, woorden met twee lettergrepen die beginnen met: be, gek, ver, ont-, namen van talen, landen, plaatsnamen, windrichtingen en woorden die eindigen op -ism, -sel, – um en -ment.

Een is een onbepaald lidwoord en kan voor zowel mannelijke, vrouwelijke als onzijdige woorden gebruikt worden. Bijvoorbeeld: een hond, een meisje, een man.